Als een landgoed (gedeeltelijk) is
opengesteld, vormt het opengestelde gedeelte een aaneengesloten gebied van
minimaal vijf hectare. Een uitzondering hierop zijn de historische
buitenplaatsen. |
In aanvulling op de buitenplaatsen wordt ook
een uitzondering gemaakt voor landgoederen kleiner dan 5 ha. De landgoederen
moeten naar hun aard wel geschikt zijn voor de openstelling
voor het publiek. |
De openstelling van een landgoed moet worden
aangegeven door middel van borden.
De borden moeten voldoen aan het model dat was voorgeschreven bij de
‘Regeling functiebeloning bos en natuurterreinen’. De borden zijn eventueel
verkrijgbaar bij Het LNVLoket. |
De openstelling is voor het publiek duidelijk
waarneembaar aangegeven door borden. Het model is vrij. De borden zijn niet
meer verkrijgbaar bij Het LNV-Loket.
|
De wegen en paden die voor de openstelling in
aanmerking komen, moeten tot het landgoed
behoren en mogen geen eigendom zijn van derden. |
De eigendoms-eis is vervallen.
|