Landgoederen.net Nieuwe Landgoederen Informatie Startpunt, alles over het vormen van een nieuw landgoed
Natuurschoonwet definitie
Natuurschoonwet 1928
In de
Natuurschoonwet 1928 staat het begrip
‘landgoed’ zo omschreven:
"Een
landgoed is een, in Nederland gelegen, geheel of gedeeltelijk met bossen of
andere houtopstanden bezette onroerende zaak - daaronder begrepen dat waarop een
buitenplaats of andere, bij het karakter van het landgoed passende, opstallen
voorkomen - voorzover het blijven voortbestaan van die onroerende zaak in zijn
karakteristieke verschijningsvorm voor het behoud van het natuurschoon wenselijk
is".
Wat
is de Natuurschoonwet?
De
Natuurschoonwet (NSW) is in 1928 tot stand
gekomen en was bedoeld voor eigenaren van een landgoed. De wet moest voorkomen
dat het landgoed na de dood van één of meer eigenaren zou worden versnipperd.
Erfgenamen moesten soms het landgoed verkopen om hun successierecht te kunnen
betalen. Deze wet geeft fiscale tegemoetkomingen (faciliteiten) aan eigenaren
van onroerende zaken, mits deze eigenaren onroerende zaken als landgoed in stand
houden en daarmee het natuurschoon bevorderen. Niet iedere onroerende zaak komt
daarvoor in aanmerking. Het moet aan bepaalde kenmerken voldoen.
Waar moet een NSW-landgoed aan voldoen ?
De belangrijkste vereisten waaraan een onroerende zaak moet voldoen om
zelfstandig gerangschikt te kunnen worden als NSW landgoed laten zich als volgt
samenvatten:
• het landgoed omvat minimaal 5 hectare (oppervlakte eis).
• de onroerende zaak moet een aaneengesloten gebied vormen.
• een landgoed moet ten minste voor 30% bezet zijn met houtopstanden(en/of
natuur) òf voor 20% met houtopstanden en tegelijkertijd voor 50% uit natuur
bestaan.
• het gebruik van de onroerende zaak mag geen inbreuk maken op het natuurschoon.
• de aanwezige opstallen dienen te passen bij het karakter van het landgoed.
• landbouwgronden kunnen, mits voldoende omzoomd (in beginsel 75 of 100%),
worden gerangschikt.
|