Home   Definities   Beleidsregels   Stappenplan realisatie   Verhalen  Agenda
 Nieuws   Subsidies   Natuurschoonwet   Landgoed overzicht   Landgoed kopen   Contact 



 Landgoederen.net Nieuwe Landgoederen Informatie Startpunt, alles over het vormen van een nieuw landgoed

Informatie over nieuwe landgoederen in de provincie Flevoland

Gemeentes binnen de provincie Flevoland: 6
Almere, Dronten, Lelystad, Noordoostpolder, Urk, Zeewolde

Alle informatie over nieuwe landgoederen in Flevoland op een rij:

Minimale oppervlakte
Een nieuw landgoed is minimaal 5 hectare groot, bestaat voor tenminste 30% uit bos of natuurterrein en vormt een esthetische eenheid. Het gebruik van de gronden mag de samenhang van het landgoed niet verstoren en mag het natuurschoon niet schaden.

Bebouwingsmogelijkheden
Er wordt een (woon)gebouw van allure toegestaan per 5 hectare, met een beperkt aantal woningen per (woon)gebouw.

Mogelijkheden natuurontwikkeling & opstelling landgoed
Minimaal 30% van het oppervlak moet beschikbaar zijn voor bos of natuurterrein. Het landgoed moet voor het publiek ontsloten en op openbaar toegankelijk zijn.

Locatie
De provincie ziet vooral kansen voor landgoederen aansluitend aan bestaande bos- en natuurgebieden. Een goede landschappelijke inpassing is hierbij belangrijk. Voor gebieden met een karakteristieke openheid is aanleg van nieuwe landgoederen mogelijk, bijvoorbeeld in combinatie met waterberging en een in het landschap passende inrichting. Deze criteria kunnen worden uitgewerkt in een beleidsregel. Aan gemeenten wordt gevraagd in hun plannen vast te leggen of nieuwe landgoederen in bepaalde gebieden worden uitgesloten. Het ontstaan van woonresorts buiten de kernen moet worden voorkomen. Een locatie in de nabijheid is van dorpen of steden heeft daarom de voorkeur.

De mogelijkheden van uw terrein binnen een specifieke gemeente
Nieuwsgierig naar de mogelijkheden van uw terrein binnen de gemeente, neem
contact met ons op voor meer informatie.

Specialisten voor deze provincie
Zoekt u een geschikte landschapsarchitect, of heeft u andere vragen neem
dan contact met ons op voor gratis vrijblijvend advies. Landoederen Net helpt u graag op weg.


Meer informatie en artikelen omtrent nieuwe landgoederen in Flevoland:

Onderstaande informatie is afkomstig van het omgevingsplan Flevoland 2006.  Het gaat om het onderdeel 5.1 Vitaliteit van het landelijk gebied

Het landelijk gebied moet vitaal blijven. Ook in Flevoland is sprake van verdergaande schaalvergroting en herstructurering van de landbouw. De provincie wil agrarische bedrijvigheid die zich primair richt op duurzame productie (en verwerking) van landbouwproducten optimale ontwikkelingskansen geven. Bovendien wil de provincie ruimte bieden aan nieuwe functies in het landelijk gebied ter verbreding van het economisch draagvlak en deze verweven met de bestaande landbouwfunctie. Door de schaalvergroting in de landbouw komen veel agrarische bouwpercelen vrij.
De beleidsregel 'kleinschalige ontwikkelingen in het landelijk gebied' biedt het kader voor verschillende ontwikkelingen in het landelijk gebied. Indien het beleidskader van het Omgevingsplan en deze beleidsregel te beperkend blijken voor ontwikkelingen die bijdragen aan de vitaliteit van het landelijk gebied, dan is de provincie bereid dat kader op experimentele basis te verruimen.

Vooral in de oostrand van Flevoland bestaan goede mogelijkheden voor een verweving van landbouw, recreatie, natuur, waterberging, kleinschalige bedrijvigheid en landelijk wonen. Door verweving kan in het landelijk gebied een lappendeken van functies ontstaan. Dit vraagt een zorgvuldige regie, zodat de kwaliteit van natuur, landschap, water en milieu behouden blijft.

De rijksoverheid delegeert de regie over activiteiten op het platteland naar de provincie. De rollen veranderen. Een integraal gebiedsplan kan op initiatief de overheid of van marktpartijen worden opgesteld. De betrokkenheid van de provincie is afhankelijk van de regionale belangen die er spelen, de dynamiek binnen het gebied, de complexiteit van de opgaven en het draagvlak voor een specifieke provinciale rol. De rol van de provincie kan in de loop van het proces wijzigen. De provincie kan stimuleren (onder andere met behulp van financiering uit de Investeringsregeling Landelijk Gebied (ILG) en het Plattelands Ontwikkelingsplan (POP), en kan daarnaast initiëren (zelf partijen uit nodigen deel te nemen aan visie en planvorming), regisseren (partijen bij elkaar brengen die vanuit een gemeenschappelijk belang projecten ontwikkelen) of ontwikkelen (zelf waar nodig de organisatie van een ontwikkeltraject ter hand nemen). Zo nodig kunnen kaders worden gesteld in een verordening of beleidsregel.

Indien vrijkomende agrarische bouwpercelen of gedeelten daarvan een ander gebruik krijgen, dan mogen deze nieuwe (niet-agrarische of agrarisch aanverwante) functies de landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten (figuur 17) van het gebied niet aantasten. Ook moet rekening gehouden worden met de landschappelijke en cultuurhistorische basiskwaliteiten (figuur 18). Vestiging van activiteiten die bij uitstek thuishoren op een bedrijventerrein of in of aansluitend aan het bebouwde gebied wordt in principe niet toegestaan. De activiteiten moeten in principe kleinschalig van karakter zijn. De bebouwingsmogelijkheden dienen hierop te zijn afgestemd. Milieuhygiënisch, landschappelijk en verkeerskundig (veiligheid en verkeersaantrekkende werking) ongewenste effecten moeten worden voorkomen.
De vrijgekomen boerderijwoningen kunnen worden gebruikt voor algemene bewoning, waarbij wordt uitgegaan van 1 woning per (voormalig) agrarisch bouwperceel. Nieuwe (agrarische) bouwpercelen worden in principe niet toegestaan.

Het is denkbaar dat het beleidskader in dit plan en in de beleidsregel 'kleinschalige ontwikkelingen in het landelijk gebied' te beperkend blijkt te zijn om gewenste integrale ontwikkelingen met wonen, recreatie, natuur, water en bedrijvigheid, zoals aangegeven in de ontwikkelingsvisie 2030 (figuur 2), mogelijk te maken. In dat geval kan op experimentele basis het planologisch regime voor dat gebied worden verruimd. Voorwaarde is dan wel dat hieraan een tussen gebiedspartners overeengekomen integraal plan voor dat gebied ten grondslag ligt, waarin een kwaliteitsimpuls voor het gebied wordt aangetoond. De provincie kan aan de verruiming van het regime de voorwaarde stellen dat verevening plaatsvindt van kosten en opbrengsten van onderdelen van het plan of programma.


Het plan moet inzicht bieden in:
* de ambities voor het versterken van de vitaliteit van het landelijk gebied;
* het waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van het landelijk gebied (natuur, landschap, cultuurhistorie, aardkundige waarden, extensieve vormen van recreatie), bijvoorbeeld door eisen van verevening en randvoorwaarden voor nieuwe functies te stellen;
* de wijze waarop met de bestaande situatie en functies in het gebied wordt omgegaan;
* de wijze waarop hierbij omgegaan wordt met natuurwaarden (saldobenadering);
* de wijze waarop het experiment past binnen de ontwikkelingsvisie 2030 en bijdraagt aan de provinciale opgaven voor de speerpunten.

Op basis van de ervaringen met experimenten kan het ruimtelijk beleid zonodig worden aangepast zodat wenselijke verweving via vigerend beleid mogelijk kan worden gemaakt. Alvorens GS besluiten tot medewerking aan planontwikkeling op experimentele basis, worden Provinciale Staten geraadpleegd.

Om de relatieve stilte in het merendeel van het landelijk gebied te behouden, wordt bij nieuwe geluidsbronnen bundeling met bestaande geluidsbronnen nagestreefd. Bij de beoordeling van de hinder voor de omgeving wordt rekening gehouden met cumulatieve effecten. De provincie heeft in de Verordening voor de Fysieke Leefomgeving vijf stiltegebieden aangewezen, waar de geluidbelasting minder dan 35 dB(A) bedraagt. Die waardevolle stilte wordt beschermd.
Lawaaiproducerende buitensporten zijn aan regels gebonden. Nieuwe vormen daarvan mogen plaatsvinden binnen de huidige daarvoor aangewezen inrichtingen. Uitbreiding van lawaaiproducerende buitensporten is mogelijk in het gebied nabij luchthaven Lelystad en het Aviodrome.

In de Noordoostpolder, en in mindere mate in Oostelijk Flevoland is de leefbaarheid van kleine kernen een aandachtspunt. Versterking van de woonfunctie kan het draagvlak voor basisvoorzieningen op peil houden. Daarbij zijn er wellicht mogelijkheden voor het creëren van bijzondere woonvormen. Combinatie van functies is een mogelijkheid om het voorzieningenniveau op een basisniveau in stand te houden. De bibliotheken en dorpshuizen kunnen een centrale rol vervullen in de totstandkoming van innovatieve arrangementen. Eigen initiatieven van de bewoners van de kleine kernen spelen ook een belangrijke rol. Het beleid van de gemeente Noordoostpolder is erop gericht de voorzieningen in ieder geval overeind te houden in de vier zorgclusterdorpen Marknesse, Ens, Creil en Emmeloord. De provincie is volgend op dit gemeentelijk beleid. Met de afbouw van Europese programma's nemen de financiële mogelijkheden voor ondersteuning van initiatieven af.

De woonfunctie is in Flevoland sterk gebonden aan het stedelijk gebied. Er is vraag naar bijzondere woonmilieus en combinaties van wonen en werken. Voor een deel heeft deze vraag betrekking op wonen in het landelijk gebied. Vrijkomende agrarische bebouwing kan gedeeltelijk in deze behoefte voorzien. Landelijk wonen kan ook gerealiseerd worden met de aanleg van nieuwe landgoederen en buitenplaatsen.

Een landgoed is minimaal 5 hectare groot, bestaat voor tenminste 30% uit bos of natuurterrein en vormt een esthetische eenheid. Het gebruik van de gronden mag de samenhang van het landgoed niet verstoren en mag het natuurschoon niet schaden. Het landgoed wordt ontsloten en opengesteld voor publiek. Er wordt een (woon)gebouw van allure toegestaan per 5 hectare, met een beperkt aantal woningen per (woon)gebouw. De provincie ziet vooral kansen voor landgoederen aansluitend aan bestaande bos- en natuurgebieden. Een goede landschappelijke inpassing is hierbij belangrijk. Voor gebieden met een karakteristieke openheid is aanleg van nieuwe landgoederen mogelijk, bijvoorbeeld in combinatie met waterberging en een in het landschap passende inrichting. Deze criteria kunnen worden uitgewerkt in een beleidsregel. Aan gemeenten wordt gevraagd in hun plannen vast te leggen of nieuwe landgoederen in bepaalde gebieden worden uitgesloten. Het ontstaan van woonresorts buiten de kernen moet worden voorkomen.

Naast landgoederen hebben gemeenten de mogelijkheid om hoogwaardige woonmilieus te realiseren in de vorm van nieuwe buitenplaatsen. Hierbij kan gedacht worden aan woningen van allure in een parkachtige setting. Uitgangspunt is een woningdichtheid van maximaal een woning per hectare en een oppervlakte die voor ongeveer 30% uit bos, natuur of groenvoorziening bestaat die opengesteld is voor publiek. Voor deze vorm van wonen ziet de provincie mogelijkheden in de overgangszone van het stedelijk naar het landelijk gebied aansluitend aan de kern.
De provincie acht de ontwikkeling van landgoederen en buitenplaatsen ook mogelijk op (voormalige) agrarische bouwpercelen, mits dit niet ten koste gaat van de esthetische eenheid en het natuurschoon van het te ontwikkelen landgoed of de buitenplaats. Permanente bewoning van recreatiecomplexen en -accommodaties is niet toegestaan.


Nieuw landgoed beginnen in deze provincie?
Heeft u plannen of ideeën voor het ontwikkelen van een nieuw landgoed in deze provincie? Neem dan contact met ons op. Wij helpen u graag op weg en emailen u gratis de benodigde adressen en contactgegevens die u eventueel kunt gebruiken.