Landgoederen.net Nieuwe Landgoederen Informatie Startpunt, alles over het vormen van een nieuw landgoed
Terug naar
het overzicht van landgoed verhalen
Warme
hand
"Een
landgoed van tien, twintig hectare is eigenlijk een huis met een heel grote tuin"
Frederik van Beuningen
Ach, ach, die
hobbylandgoederen. Je hóórt het Frederik van Beuningen bijna denken. Gezeten in
een gemakkelijke fauteuil in een van de kantoren in het verbouwde koetshuis van
landgoed Anderstein, haast hij zich allereerst te zeggen dat alle initiatieven
voor nieuwe landgoederen natuurlijk prijzenswaardig zijn. En toch: ‘Een landgoed
van tien, twintig hectare, dat is eigenlijk een huis met een heel grote tuin.
Daar beoefenen mensen hun hobby’s: paarden, tuinieren.’ Op een écht landgoed,
vindt Van Beuningen, wordt gewoond en gewerkt en zijn er economische dragers.
Landgoed Anderstein, in het Utrechtse Maarsbergen, telt 220 hectare.
Overgrootvader Van Beuningen, rijk geworden met zijn Steenkolen
Handelsvereeniging (SHV), kocht het in 1903 voor zijn zoon Coen, die toen in
Wageningen aan de universiteit studeerde. Nadien leidde Coen een boerenbedrijf
op het landgoed, dat in de jaren zestig van de vorige eeuw nog door zíjn zoon
werd omgevormd tot een moderne melkveehouderij. Pas in de jaren negentig werd
dat beëindigd. Anderstein was niet alleen ‘werkgrond’. Rond het monumentale
voorvaderlijke huis uit 1914, met prachtig timmerwerk aan de buitenkant, legde
de oma van Frederik van Beuningen een park aan. De kleinzoon kijkt er nu vanuit
zijn fauteuil in het koetshuis op uit. Maar boeren was hoe langer hoe minder een
vetpot. Daarom legde de familie in 1986 een golfcourse aan op Anderstein. De
leden resideren in de voormalige koeien- en varkensstallen. Inmiddels telt de
baan 27 holes, de laatste uitbreiding dateert van 2003. Het koetshuis op het
landgoed werd in 1999 herbouwd en biedt onderdak aan bedrijven. Niet dat de
economische activiteiten van Anderstein veel geld in het laatje brengen.
Golfclub, pacht en verhuur van gebouwen (de voorvaderlijke villa wordt al sinds
1945 verhuurd) leveren ‘een klein positief rendement’ op, aldus Van Beuningen,
die met zijn broer Hein zitting heeft in het bestuur van de bv Landgoed
Anderstein, waarin het beheer van het landgoed is ondergebracht. ‘Want vergeet
niet: de kosten voor onderhoud zijn enorm. We hebben een tuinman in dienst, een
schilder, een timmerman.’ Kleine geldelijke winst, maar groot gevoelsrendement.
De Van Beuningens voelen zich enorm verbonden met het landgoed –‘en dan zijn wij
hier nog maar kort, met onze 106 jaar’, merkt Van Beuningen op, met gevoel voor
de grote lijnen. ‘Mijn broer en zus wonen er, en ik ook. Elke dag fiets ik over
Anderstein naar mijn werk.’ Een landgoed heeft een ‘warme hand’ nodig, een
familie die ervoor zorgt, vindt Van Beuningen. Hij merkt het meteen als een
gebied onder een ‘terreinbeherende’ organisatie valt. ‘Dan is er, al verandert
dat nu, minder aandacht voor de cultuurhistorie. Een particulier ziet natuur en
gebouwen meer als een geheel.’ En zeg nou zelf, zal hij tijdens een fietstochtje
over Anderstein grappen: Jan Jaap de Graeff, directeur van Natuurmonumenten, zou
die elke zaterdag rommel gaan rapen op zijn terreinen? Van Beuningen wel. Bij
het zien van een blikje langs een paadje: ‘Hier moet ik morgen even terugkomen
met de knijper!’
Reliëf
Tijdens dat fietstochtje over Anderstein is ‘de landheer’ in zijn element.
Moeiteloos bewaart hij zijn evenwicht op rulle zandpaadjes. Nu eens gaat het
langs grasland (een weiland waarvan de toplaag is afgegraven, zodat het
grondwater hoger is komen te staan en de begroeiing is veranderd), dan ligt er
een heideveld, dan weer enorme poelen. ‘Die ogen niet alleen fraai, maar zijn
ook handig om de greens te besproeien in drogere tijden.’ Hier en daar een huis,
ook de melkveehouderij staat er nog. ‘Maar niet lang meer, we gaan er een huis
bouwen, in het kader van de “rood voor rood-regeling”.’ Anderstein is de laatste
twintig jaar grondig op de schop gegaan. Niet alleen om de fairways aan te
leggen, ook om het reliëf terug te brengen dat verdwenen was na de
ruilverkaveling en de slingerende beken in oude glorie te herstellen. Sommige
stukken worden minder bemest en die afwisseling van schrale en voedselrijkere
gronden leidt tot gevarieerde plantengroei. De familie bezit nog buitenplaats ’t
Stort, in Maarn, en landgoed Appel, tussen Nijkerk en Barneveld. Appel werd in
1992 gekocht met het geld dat de verkoop van het melkquotum opleverde. Het is
nu, na een aantal grondaankopen, bijna driehonderd hectare groot. De helft is
agrarisch land dat wordt verpacht, de helft bos en heide. Dat oude
cultuurlandschap wil de familie in stand houden. Een
‘landgoedontwikkelingsvisie’ is in de maak, net als plannen voor verhuur van de
schaapskooi en het bakhuis. Waarom toch dat gefriemel met natuur in het
regenachtige Nederland, als je ook in warmere streken kunt vertoeven? ‘Ik heb
iets met natuur, met Nederland ook’, zegt Van Beuningen. ‘Je kunt in een jacht
op de Middellandse Zee gaan varen, maar ik vind schapies leuk, een boomgaardje.
Ik heb dit met de paplepel ingegoten gekregen, vind het ook leuk om iets in
stand te houden en over te dragen. Het is heel tastbaar.’
Door: Safe Magazine
Foto’s:
www.martindijkstra.nl
Onderwerp: GROEN Landgoed als natuurbescherming
Jaar: februari / maart 2010
Bron: Safe Magazine
Landgoed
verhalen op Landgoederen Net
Heeft u vragen over een bepaald landgoed verhaal, of als u zelf een artikel
schrijft over landgoederen, of een bepaald landgoed artikel wil toevoegen aan de
website, stuur dan
een bericht naar Landgoederen Net.
Terug naar
het overzicht van landgoed verhalen