Landgoederen.net Nieuwe Landgoederen Informatie Startpunt, alles over het vormen van een nieuw landgoed
Terug naar
het overzicht van landgoed verhalen
Voorvaderlijke
grond
"De plek waar
je bent opgegroeid, daarmee heb je een speciale band" Niels Bijl
Als jongen van tien maaide
hij er het gras met een zeis, samen met zijn vader. Het hooi gebruikten ze als
voer voor hun koeien. Nu is dat weiland van toen, achter de duinen van Bergen
(NH), een boomgaard, met 125 verschillende fruitbomen, die Niels Bijl trots
aanwijst. Dunne takken met weinig blad, vorig jaar geplant. Appels met poëtische
namen als Gronsvelder klumpke, Notarisappel, Sijden hempje. Een boomkorf om de
stammen – een ring van latten – tegen knabbelende schapenmonden. Want hij heeft
ook een kudde: honderd schapen begrazen zijn land en dat van de buren. Hij houdt
ze vooral voor hun vlees. Ze houden ook het grasland kort. Bijl heeft het
boerenbedrijf van zijn vader, net buiten de bebouwde kom van Bergen, omgevormd
tot een landgoed. De rand van het erf biedt uitzicht op groen weiland en een
hoge duinenrij in de verte. Links van de boerderij ligt de nieuwe boomgaard, en
een stukje aangeplant bos.
De landbouwgrond omvormen tot een landgoed met de weidse naam Oudtbijlenburgh
was de enige manier voor boerenzoon Bijl om op het land te blijven dat zijn
familie sinds 1902 bewerkt. De boerderij en het land kopen, het landgoed
stichten en voorts een nieuw bedrijf starten zou één à twee miljoen euro hebben
gekost. Bijl kon dat niet opbrengen. Hij vond een financier; die kocht het
bedrijf van zijn vader en Bijl sloot een woon- en gebruikersovereenkomst met de
nieuwe eigenaar. Hij deed een beroep op de regeling Nieuwe landgoederen van de
overheid, die de aanleg van natuur door particulieren bevordert. Om een boterham
te verdienen (de tijd dat de gebraden fazanten een landheer zo de mond in kwamen
gevlogen, ligt al een paar honderd jaar achter ons), sloopte hij de
boerenschuren en begon Bijls Buiten: een buitenschoolse opvang in een nagelnieuw
gebouw. Als Bijl de nieuwbouw laat zien, is het begin september; de opvang is
net een paar weken open. Kraakverse blauwe overalletjes liggen er op de planken
boven de kapstok. Naast het gebouw staat een hooiberg met klassieke Hollandse
stolpopbouw, vijftien bij vijftien meter: ook nieuw. De balen eronder gebruiken
de zeventig kinderen van Bijls Buiten als picknickplaats of als bedjes,
afhankelijk van wat ze verzinnen. Deze middag skelteren er een paar doorheen. ‘Hai
Niels’, roepen ze opgetogen.
Geduld
Bijl (45), rijzig postuur, kort haar, helderblauwe ogen, is een boerenzoon in
hart en nieren. ‘Rond mijn vijftiende was al duidelijk dat ik het bedrijf niet
kon overnemen van mijn vader: de gemeente stond uitbreiding niet toe en dat was
wel nodig om rendabel te blijven werken. We besloten dat mijn vader zijn
melkveebedrijf zou houden tot hij niet meer wilde, en ik zou hem helpen.’ Bijl
junior deed dat naast zijn baan als bewegingstherapeut. Vijf jaar geleden kon
zijn vader het werk lichamelijk niet meer aan.
Bijl kende elk slootje van het land waar hij zo lang werkte. Nu het ingrijpend
op de schop is gegaan, kent hij elke fruitboom. ‘De plek waar je bent
opgegroeid, daarmee heb je een speciale band. Het was mijn droom om een bedrijf
voort te zetten op de plek van mijn ouders.’
Staand in de jonge boomgaard, zegt Bijl: ‘De agrarische uitstraling van onze
opvang is heel belangrijk. Daarmee onderscheiden we ons. Maar het is niet alleen
een kwestie van marketing. We willen de kids graag de hele natuurbeleving
meegeven. Het verschil tussen hooi en stro. Dat je hier ’s zomers op het land
van die grote hooibalen hebt liggen, en dat de schapen dat eten in de winter.
Dat alles met alles te maken heeft.’ Kinderen helpen ook met klussen op het
land: hout sprokkelen, slootjes schoonmaken, een vogelhuisje ophangen. Helemaal
zonder slag of stoot ging de totstandkoming van Oudtbijlenburgh niet. Ruim
anderhalf jaar geleden, de grond was al gekocht en de voorbereidingen voor Bijls
nieuwe bedrijf waren in volle gang, viel een gemeentelijke brief op de mat: op
de grond zouden op termijn woningen gebouwd worden. En het landgoed dan?
Consternatie alom, het was het enige moment dat Bijl het even niet meer zag
zitten. ‘Ineens moesten we ons gaan bezighouden met een strijd tégen iets.’
Petities, advocatenwerk, rapporten schrijven, lobbyen: na een jaar stemde de
raad van Bergen het plan weg. De opening van de naschoolse opvang is er een jaar
door vertraagd, schat Bijl. Hij laat een naburig landgoed zien dat hij kent als
zijn broekzak, omdat hij het sinds jaar en dag onderhoudt. De boomgaard is hier
dertig jaar ouder: de zon valt door een filter van bladeren op het gras, de
appelbomen dragen volop vrucht. Even verderop een aangeplant bos, met flinke
bomen. Kijk, dat stelt een mens zich nou voor bij een bos: ruisen, schaduw, een
geur van aarde. Bijl: ‘Zo wordt het bij ons ook. Je moet wachten, geduld hebben.
Hoe het wordt, dat zie je pas over twintig jaar.’ Hij is er dan hopelijk nog
bij. Boompje groot, plantertje dood: dat gold vooral in tijden van armzalige
gezondheidszorg en slechte leefomstandigheden.
Door: Safe Magazine
Foto’s:
www.martindijkstra.nl
Onderwerp: GROEN Landgoed als natuurbescherming
Jaar: februari / maart 2010
Bron: Safe Magazine
Landgoed
verhalen op Landgoederen Net
Heeft u vragen over een bepaald landgoed verhaal, of als u zelf een artikel
schrijft over landgoederen, of een bepaald landgoed artikel wil toevoegen aan de
website, stuur dan
een bericht naar Landgoederen Net.
Terug naar
het overzicht van landgoed verhalen